Andrea Marazzini: Italian Creativity 🇮🇹

Zondag 19 november 2023 hebben wij een spectaculair event in onze Boutique gehad: voor de eerste keer in Nederland waren er nog nooit zo veel sieraden van Andrea Marazzini op 1 plek te bewonderen!
Samen met de importeur hebben wij Andrea Marazzini op de kaart gezet.

Wij geven u graag een kleine impressie van deze geslaagde zondagmiddag met veel bijzondere sieraden van Andrea Marazzini.

 

 

 

 

Zeer gewaardeerde klanten, Sobat-Sobat en lieve vrienden,
15 september 2020 # 15 september 2023
Alweer 3 jaar op De Aert van der Goesstraat.
Allereerst willen wij al onze oude klanten van Loosduinen en onze nieuwe klanten uit het Statenkwartier hartelijk danken voor het in ons gestelde vertrouwen.
Uw support zeker tijdens de Corona dagen, uw opdrachten, uw lieve dankbare berichten en uw enthousiasme hebben er voor gezorgd dat deze 3 jaren zijn omgevlogen.
De opdrachten die wij met heel veel plezier en vakmanschap hebben mogen realiseren voor u geven zo een goed gevoel en we zijn blij dat wij steeds meer opdrachten door de mond op mond reclame mogen uitvoeren.
Samen met uw vertrouwen, steun en blijken van dankbaarheid en onze inzet zouden we deze drie jaren nooit hebben kunnen realiseren.
Dank heel veel dank daarvoor.
Maar hoe zit het ook alweer …….oh ja wie jarig is trakteert!
🍁🍂🍄 FALL PROMOTION,
🍁🍂🍄 FALL IN LOVE,
🍁🍂🍄 FALL INTO BEAUTY
15 september 2020 # 15 september 2023
Alweer 3 jaar op De Aert daarom een bijzondere 🍁🍂🍄 herfst actie voor u:
Wie jarig is trakteert
U ontvangt een waardebon van € 20,- bij een aankoop vanaf € 100,-
Hoe vullen wij dit in?
Vanaf dinsdag 19 september 2023 tot en met zondag 15 oktober 2023 ontvangt u bij elke 100 euro die in onze Boutique besteed een waardebon van 20 euro welke geldig is tot en met 30 november 2023.
Onze spelregels voor deze actie:
1: Alleen geldig op werkelijke aankopen in onze Boutique.
2: U ontvangt een waardebon, geen cash geld.
3: De waardebon is persoonlijk en NIET overdraagbaar
4: Na 15 oktober kan maximaal 1 waardebon per aankoop worden ingewisseld.
5: Geldt NIET voor bestellingen, reparaties en andere sales-acties.
6: Bij retouren vervalt de aanspraak op de waardebon.
7: Onze actieperiode van uitgifte van de waardebonnen is vanaf
dinsdag 19 september tot en met 15 oktober.
8: Inleveren van de waardebonnen kan tot en met 30 november 2023.
Zijn er toch nog vragen over onze bijzondere 🍁🍂🍄 actie?
Wij beantwoorden deze graag!
🍁🍂🍄 FALL PROMOTION,
🍁🍂🍄 FALL IN LOVE,
🍁🍂🍄 FALL INTO BEAUTY
Met FALL IN LOVE groet,
Albert & Axel

PARIJS La Ville Lumière…et Gastronomique. Et art-nouveau en art-deco

Als men een paar dagen naar Parijs gaat ….mag shoppen natuurlijk niet ontbreken 😊 Parijs is nota bene wel dé mode hoofdstad van de wereld en heeft een gigantisch aanbod in kleding, tassen, schoenen, sieraden en accessoires. Als u Parijs niet heel goed kent kan het best lastig zijn om uit te vinden waar de leukste winkelstraten zich bevinden. Daarom staan hier voor u de beste winkelstraten en pleinen van Parijs op een rijtje 👇👇

Champs-Élysées, Avenue Montaigne, Avenue Georges V, Rue Tronchet, Boulevard des Capucines, Boulevard Haussmann, Place Saint Germain des près, Rue  du  Faubourg Saint Honoré, Rue de la Paix, Rue de Rivoli, Rue Saint-Honore Place Madeleine, Place Vendôme en even uitrusten in Jardin du Luxembourg.

WARENHUIZEN EN HUN SPECIALITEITEN

LE BON MARCHÉ  Rive Gauche

 

Een een echt weetje is het oudste warenhuis van Parijs: warenhuis Le Bon Marché. In vergelijking met de warenhuizen aan de Boulevard Haussmann is le Bon Marché een stukje kleiner. De omgeving is geweldig om te shoppen en hier vind u alle merken die er toe doen met hun eigen winkels. Het hotel Lutetia op de andere hoek is recentelijk gerestaureerd en staat bekend om zijn “Fruits de Mer”. Het winkelend publiek is hier ook anders. Je ziet hier veel meer echte ‘locals’, Parijzenaren en minder toeristen. Dit zorgt er voor dat het een stuk rustiger is in vergelijking met Galeries Lafayette en Printemps. Ook onderscheid het zich door een hele mooie etenswarenafdeling La Grande Epicerie‘. Die is sowieso een bezoekje waard 😊 24 Rue de Sèvres, 75007. 

GALERIES LAFAYETTE

   

De Galeries Lafayette is een groot warenhuis dat je moet bezoeken voor de prachtige koepel van het gebouw. Onder de koepel vind je een parfumerie afdeling om te smullen, waar alle merken een eigen stand hebben voor hun “clièntèle”. 

De koepel van Galeries Lafayette

 

In 1912 volgde een flinke verbetering aan het warenhuis. De gigantische en enorm indrukwekkende koepel van glas in lood werd gebouwd. Deze koepel was ontworpen door de architect Cahnautin.

 

Door de jaren heen werd het warenhuis steeds populairder en heeft het zijn deuren door heel Frankrijk en later in het buitenland kunnen openen. Tegenwoordig is het gebouw van tien verdiepingen een stadsmonument.

Uitzicht over Parijs vanaf het dakterras van Galeries Lafayette is bijna een must…

 

Wist je dat het Galeries Lafayette een heel mooi dakterras heeft waar je een bijzonder mooi uitzicht over Parijs hebt?  Het grootste voordeel: je kunt hier genieten van een gratis uitzicht over Parijs zolang je niet op het terras van het restaurant gaat zitten 🙂 40 Bd Haussmann, 75009

PRINTEMPS LUXE WARENHUIS

 

Verspreid over een paar gebouwen die met elkaar in verbinding staan, vind je in warenhuis Printemps Haussman voor ieder wat wils. Naast de bekende luxe topmerken van internationale ontwerpers, zijn er ook exclusieve collecties van lokale designers te vinden. Luxe parfums, limited edition tassen, bruidsjurken, exclusieve sieraden, levensmiddelen, cosmetica, woonaccessoires en haute couture. 

 

Toeristen van over de hele wereld weten dit moderne warenhuis inmiddels te vinden. Niet alleen vanwege de prachtige etalages (zeker met kerst!) maar ook vanwege de goede service. Wie zijn creditcard trekt kan als extraatje genieten van een personal shopper of een privé lounge met pashokje. Ook als je niet zo diep in de buidel wilt tasten is het leuk om even te gaan window shoppen of een kopje koffie te drinken onder de gigantische glazen koepel met prachtige glas-in-lood ramen. 

Op de bovenste verdieping vind je tevens een toffe concept store met eigentijdse design items. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er te vinden. 64 Bd Haussmann, 75009. 

La Samaritaine in Parijs: luxe aan de Seine

Het beroemde Parijse warenhuis La Samaritaine is na een jarenlange verbouwing heropend. Het gebouw in art-nouveau en art-decostijl ziet er weer prachtig uit, maar over het hyperluxe nieuwe assortiment verschillen de meningen. assortiment verschillen de meningen.

 

In Parijs is La Samaritaine een begrip. Ook na een zestien jaar durende verbouwing is dit warenhuis niet uit het collectieve geheugen verdwenen. De winkel werd in 1870 opgericht door Ernest Cognacq en Marie Louise Jay, en is daarmee een goed voorbeeld van het verschijnen van de eerste warenhuizen. De mogelijkheid om door de gangpaden langs verkopers te lopen en bijvoorbeeld kleren te passen was revolutionair in die tijd. Centraal gelegen naast de Pont Neuf en vlak bij het Louvre, staat het grote gebouw op een bijna niet te missen plek aan de Seine. 

       

Gouden letters. Aan de Rue de Rivoli heeft La Samaritaine een futuristische nieuwe façade gekregen van glas en staal, maar komend vanaf de Seine heeft het zijn vertrouwde gestalte behouden. Op de deftige gevel staat nog steeds in luxe goudgele letters de naam van het huis ‘Samaritaine’. Op de zij-façade zijn verschillende bloemrijke kunstwerken in art nouveau–stijl te zien.

 

Rondom het warenhuis zijn verschillend bankjes geplaatst om het exterieur goed te kunnen bewonderen.   

Siersmeedwerk en glazen dak                                                            

Voor het interieur is kosten nog moeite bespaart om de luxe die het nieuwe La Samaritaine bezit uit te stralen. Bij binnenkomst is het duidelijk waar het in het vernieuwde La Samaritaine om draait: pracht en praal. Glas, zilver en licht versieren je blik. Centraal bij binnenkomst kijk je langs vijf balkons omhoog, waar siersmeedwerk in Art Nouveau-stijl de reling bekleed. Van het oorspronkelijke interieur resteren verder nog de trappen die in een zacht babyblauw zijn geschilderd en de gerestaureerde muurschilderingen op de bovenste verdieping. Bezoekje zeker waard. Maar ondanks de niet altijd positief ontvangen verandering is een bezoekje aan warenhuis La Samaritaine zeker de moeite waard. De architectuur is prachtig, de trappen fotogeniek. En mocht je geld over hebben maar niet van dure kleding of sieraden houden, dan kan ik je een zwarte koffie aanbevelen op de bovenste verdieping! Bron; frankrijk.nl Dit is een artikel van Sander Beukers, student Journalistiek in Arnhem.

Winkelstraten in Parijs met grote ketens              

Quartier Beaubourg en Les Halles                                                                      

In het hartje van de stad Parijs, tussen het Louvre en het Centre Pompidou bevindt zich het grote overdekte winkelcentrum LES HALLES. Je vindt hier winkels als Adidas, H&M, GAP, Pull&Bear, Nike, Mango, Pimkie, Rituals, Superdry en Zara. Een beetje de grote ketens dus. Het is ideaal om hier lekker te winkelen als het regent. Alle winkels zijn ook op zondag geopend.

Als je wilt winkelen in unieke, lokale boetiekjes en winkeltjes die alleen in Parijs zijn te vinden kan ik straten als Rue des Rosiers, Rue Charlot, Rue du Rio de Sicile en Rue Vieille du Temple aanraden. Rue de Francs-Bourgeois is de centrale winkelstraat. Heb je die helemaal afgelopen? Dan kun je even bijkomen in het prachtige Place des Vosges Bron; Johan & Éline.

Het ontstaan van de Brasseries en Bouillons
Eind 19e eeuw had je in Parijs  al Brasseries en Bouillons. Van oorsprong waren de Brasseries eetgelegenheden naar Elzasser stijl met een eigen brouwerij en snelle maaltijden (o.a. Choucroute natuurlijk) en die vond je bijvoorbeeld in de buurt van de stations met treinen naar het Oosten, naar de Elzas. Daarnaast ontstonden er Bouillons. Ook grote eetgelegenheden maar met eenvoudige Franse gerechten. Oorspronkelijk begon het zelfs met soep voor de arbeiders bij Les Halles, Rond 1900 waren er zo’n 250 van deze Bouillons in Parijs. Maar die verdwenen uit het straatbeeld zo tussen 1920 en 1930 (Roaring twenties) De maar de Brasseries bleven bestaan.

De Brasseries van Parijs

De grote Brasseries in Parijs aan de drukke Boulevards zijn al meer dan een eeuw onlosmakelijk verbonden met het echte Parijse leven en iedere generatie heeft zijn eigen favorieten Geschiedenis.
In de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden in Parijs de Bouillons en Brasseries. De Brasserie is eigenlijk een erfstuk van de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871, toen vele Franse Elzassers de Duitse annexatie ontvluchtten en zich in Parijs vestigden. En zij namen hun bierhuizen mee. Het woord ‘brasserie’ komt logischerwijs van ‘brasseur’: brouwer/brouwerij. Elzasser specialiteiten zoals choucroute staan er nog steeds op het menu, samen met het andere armenvoedsel uit de vorige eeuw: fruits de mer (schaal- en geleedpotigen uit zee). Maar we zijn nu ruim een eeuw verder en het zijn nu echter geen eenvoudige bierhuizen meer maar vaak stijlvolle, grote restaurants waar je vaak tot diep in de nacht nog kan eten en met een interieur die verwijst naar de Art Nouveau of de Art Deco.

5 x Beroemde cafés & brasseries in Parijs (Rive Gauche)

Parijs en zijn beroemde cafés en brasseries. Dat is zien én gezien worden. Velen hebben de charme uit het Parijs van jaren ’20 weten te behouden en zijn echt een bezoekje waard. Wist je dat de klassieke brasserie in Parijs een soort ‘grote zus’ is van de bistro? Oorspronkelijk was een brasserie gewoon een brouwerij waar je het bier ter plaatse kon drinken. Nu kan je er terecht voor typische Franse gerechten. Het adembenemende art deco interieur vormt het ideale kader voor de klassiekers die hier op tafel komen.

Parijs mag dan wel bekend zijn als de stad van de liefde, het zou naar onze mening echt wel de stad van de gastronomie genoemd mogen worden. Neem plaats als Parisien of Parisienne en geniet van een traditioneel gerecht en een goed glas wijn in een van de de authentieke brasseries in Parijs en waan je even terug in de tijd. Hoog tijd om onze tips voor de beste brasseries en cafés aan de Rive Gauche in Parijs te delen. Dit zijn 5 bekende cafés en authentieke brasseries in Parijs.

  • #1 Café de Flore: een van de meest inspirerende cafés van Parijs (6e).
  • #2 La Coupole: bekende brasserie in Montparnasse (14e).
  • #3 Les Deux Magots: een instituut in Parijs (6e).
  • #4 Café Procope: het oudste café van Parijs (6e).
  • #5 Brasserie Lipp: meer dan 135 jaar geschiedenis (6e) en ten slotte.

 #1 Café de Flore: een van de meest inspirerende cafés van Parijs (6e) 172 Bd Saint-Germain, 75006 Paris, Telefoon; + 33 1 45 48 55 26   

Ah… Café de Flore! Zeg niet zomaar een koffie drinken bij Café de Flore. Een van de oudste koffiehuizen waar je de authentieke Parijse sfeer van de 20e eeuw kan herbeleven. Café de Flore werd geopend in 1880. Een klassieke brasserie in Parijs met een art deco interieur die tot op heden nog steeds onveranderd is gebleven. Veel beroemdheden en toeristen komen hier om te genieten van een drankje of een lunch. Loop ook even naar binnen en wie weet kom je er wel Simone de Beauvoir, Jean-Paul Sartre of Picasso tegen. Goedkoop is het er uiteraard niet maar gewoon even genieten is de boodschap. Je bent namelijk op een van de meest inspirerende plekken van Parijs. Vooraf reserveren een must !!!

#2 La Coupole:

Bekende brasserie op Montparnasse (14e) 102 Bd du Montparnasse, 75014. Telefoon: +33 1 43 20 14 20 Een andere beroemde brasserie in Parijs is La Coupole, gelegen aan de Boulevard Montparnasse. Opgericht in 1927 met maar liefst 500 zitplaatsen. La Coupole was vroeger dé ontmoetingsplek voor kunstenaars en kunstliefhebbers. Picasso, Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir waren regelmatige gasten. Werkelijk een begrip in Parijs en een juweeltje van art deco. Vooral de pilaren met beschilderingen zijn prachtig. Vergeet dus zeker niet even binnen te wandelen wanneer je in buurt van Montparnasse bent. Of geniet van een lunch of diner op het mooie terras. Ook bij La Coupole is het zien én gezien worden. Vooraf reserveren is een must !!!  La Coupole: Aan de Boulevard Montparnasse ligt één van de beroemdste Brasseries van Parijs. La Coupole is gracieus en heeft een roemrucht verleden, vooral door alle Franse en Internationale beroemdheden die hier graag kwamen. In de twintiger jaren vormde deze Art Deco Brasserie het cultureel epicentrum van Montparnasse.

#3 Les Deux Magots:

Een instituut in Parijs (6e)  6 Pl. Saint-Germain des Prés, 75006. Telefoon: +33 1 45 48 55 25 Café Les Deux Magots is een instituut in Parijs en nog steeds een bekende ontmoetingsplaats voor schrijvers, die zich mengen met toeristen uit de hele wereld. Gelegen aan de Place Saint-Germain-des-Prés met een mooi uitzicht op de kerk. Er heerst een traditionele en typische Parijse sfeer met kelners in zwart-wit, rode stoelen en mahoniehouten tafels.                                                                              Een bezoekje aan dit beroemde café in Parijs is altijd een belevenis. Op de prijzen letten doe je ook hier beter niet. Leuk om weten: de naam “Les Deux Magots” komt van het merk van een winkel die zich vroeger op dezelfde locatie bevond. Vooraf reserveren is een must !!! 

#4 Café Procope:

Het oudste café van Parijs (6e).  13 Rue de l’Ancienne Comédie, 75006. Telefoon: +33 1 40 46 79 00 Café Procope in het hart van de wijk Saint-Germain, is het oudste café van Parijs. Het werd in 1686 geopend door de Siciliaanse chef-kok Procopio Cutò en was het centrum van de artistieke en literaire gemeenschap in Parijs. Een plaats met een rijke geschiedenis waarvan het decor intact is gebleven. Enkele van de vele bekende bezoekers aan Le Procope waren Balzac, Victor Hugo en Napoleon. Om maar enkelen te noemen. Zelfs tot op vandaag trekt de charme van Le Procope ’s werelds grootste kunstenaars aan die komen genieten van de specialiteiten van het huis, zoals coq au vin, kalfskop in een ovenschotel of de traditionele millefeuille. En dit allemaal in een prachtig decor. Vooraf reserveren is een must !!!

#5 Brasserie Lipp:

Meer dan 135 jaar geschiedenis (6e)  151 Bd Saint-Germain, 75006. Telefoon: +33 1 45 48 53 91 Onder de liefhebbers van Parijs is ook Brasserie Lipp een begrip. Al meer dan 135 jaar een authentieke brasserie in Saint-Germain-des-Prés. Sinds de oprichting in 1880 door Léonard Lipp, geniet de Brasserie een stevige literaire en politieke reputatie.  Je kan er terecht voor traditionele gerechten zoals de overheerlijke Choucroute met Riesling of de Andouillette. Geniet er van het lekkere eten maar vooral ook van van de ambiance en gezellige drukte die er altijd heerst. Leuk om weten: ze hebben ook een eigen bier die helemaal niet slecht smaakt! Vooraf reserveren een must.

Sfeer

De bijzondere sfeer die er hangt, het antieke decor en de gerechten op grootmoeders wijze maken van deze brasseries en cafés in Parijs unieke en onmisbare plekken. Het is hier dat, soms meer dan 100 jaar geleden, de meest legendarische brouwerijen geboren werden.

WELKOM BIJ  BRASSERIE LIPP                                                                

151 Bd Saint-Germain, 75006. Telefoon: +33 1 45 48 53 91

Een Parijse instelling:

 

 

 

  

In het hart van de wijk Saint-Germain-des Prés ontvangt de Parijse Brasserie LIPP haar klanten elke Dag op een unieke plek waar de charme en het Franse estheticisme van de vorige eeuw bewaard zijn gebleven. Het is een tempel van Parijse gastronomie en serveert de traditionele brasserie keuken met Franse specialiteiten, waarbij de kwaliteit van de producten voorop staat. Brasserie Lipp: Net als Balzar heeft deze Brasserie de Elzasser oorsprong het beste behouden. Dus ook weer zo’n echte Elzasser Brasserie waar de choucroute heerlijk is en er zelf gebrouwen bier bij geserveerd wordt. Op een fantastische plek aan de Boulevard Saint Germain. Tot de beroemde specialiteiten van de Brasserie Lipp behoren de CHOUCROUTE SPÉCIALE LIPP, AU JARRET DE PORC en de POULET FERMIER RÔTI, 100 JOURS en de BLANQUETTE DE VEAU À L’ANCIENNE en de TÊTE DE VEAU RAVIGOTE.                                     

Le Mollard 115 Rue Saint-Lazare, 75008. Telefoon: +33 1 43 87 50 22      

Deze vind je tegen Gare Saint Lazare. Destijds natuurlijk een ankerplaats voor de treinreizigers naar het westen van het land. Heeft net als Montparnasse een indrukwekkend interieur (iets meer Art Deco achtig) en klassieke Franse gerechten…. en is gespecialiseerd in Fruits de Mer.

Bouillon Racine 3 Rue Racine, 75006. Telefoon: +33 1 44 32 15 60           

Chartier had begin 20ste eeuw verschillende Brasseries / Bouillons in Parijs. De beroemde Chartier aan de Rue du Fbg de Montmartre  en deze mooie aan de Rue Racine in het 5e. Strikt genomen is Racine nog steeds meer een Bouillon dan een Brasserie door het type gerechten [niet Elzas / geen Fruits de Mer] maar onderscheid zich van de originele Chartier omdat het net even een slagje netter en verzorgder is. Brasserie Racine is ooit begonnen door de gebroeders Chartier als een Parijse Bouillon maar is in de loop van de 20ste eeuw meer een Brasserie geworden. 

Restaurant Le Square Trousseau (12e arr)1 Rue Antoine Vollon, 75012 Telefoon: +33 1 43 43 06 00; dagelijks van 08 – 02 uur.          

Het restaurant Le Square Trousseau is genoemd naar het ernaast gelegen leuke buurtparkje: het Square Trousseau. Op de plek van het park bevond zich het Hôpital des Enfants Trouvés (vondelingenhospitaal), dat is afgebroken in 1902, waarna het parkje werd aangelegd. In 1907 werd het restaurant Le Square Trousseau geopend, op de hoek van de Rue. Het is een prachtige zaak, de zijn originele Belle Eopoque interieur heeft behouden. De kaart is klassiek bistro en er wordt uitstekend gekookt, sommige gerechten met een twist, zoals de “carpaccio de dorade”: de gerechten zijn niet vet, niet zwaar en worden mooi uitgeserveerd: kortom een aanrader. Bron Wim Dammers

Coupole Galerie Lafayette 

Een absolute must is het intieme restaurant la Coupole in Galeries 

LaFayette. Restaurant – Fastfood

Geniet van een adembenemend uitzicht op de Coupole van Galeries Lafayette door het verfijnde snackmenu van restaurant Vue sur.  Coupole te ontdekken. Kaart; Boterhammen, Salades. Keuze uit warme en koude dranken, frisdrank en alcohol en gebak

Doorlopende service van 9.30 uur tot 19.00 uur. 2e verdieping van de Koepel.      

Een hele leuke chain van restaurants in Parijs zijn: Les Brasseries Flo  !!!  De Brasseries van Parijs …

De grote Brasseries in Parijs aan de drukke Boulevards zijn al meer dan een eeuw onlosmakelijk verbonden met het echte Parijse leven en iedere generatie heeft zijn eigen favorieten. Geschiedenis in de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden in Parijs de Bouillons en de Brasseries. De Brasserie is eigenlijk een erfstuk van de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871, toen vele Franse Elzassers de Duitse annexatie ontvluchtten en zich in Parijs vestigden. En zij namen hun bierhuizen mee. Het woord ‘brasserie’ komt logischerwijs van ‘brasseur’: brouwer/brouwerij. Elzasser specialiteiten zoals choucroute staan er nog steeds op het menu, samen met het andere armenvoedsel uit de vorige eeuw: fruits de mer (schaal- en geleedpotigen uit zee). Maar we zijn nu ruim een eeuw verder en het zijn nu echter geen eenvoudige bierhuizen meer maar vaak stijlvolle, grote restaurants waar je vaak tot diep in de nacht nog kan eten en met een interieur die verwijst naar de Art Nouveau of de Art Deco.                 

FLO Brasserie                                                                                                              

De eerste originele Brasserie waar Monsieur Floderer ooit begon…. Omdat rond WO I  het Elzasser interieur te veel associatie had met Duitsland gooide Flo het over een heel andere boeg, Hij koos voor een Brasserie nieuwe stijl met een chique Art Nouveau interieur. Dat werd bepalend voor de toekomst van de Brasseries in Parijs. FLO is niet zo makkelijk te vinden overigens……….een beetje verborgen aan een mooie Cour in het 10e arrondissement

Hier enkele Brasseries Flo verdeeld over Parijs                                           

# Flo Printemps, 64 Bd Haussmann, 75009. Telefoon: +33 1 42 82 50 00.

# Brasserie Flo, 7 Cr des Petites Écuries, 75010. Telefoon: +33 1 47 70 13 59.

# Vaudeville, 29 Rue Vivienne, 7500. Telefoon: +33 1 40 20 04 62.

# Boffinger Paris, 5-7 Rue de la Bastille, 75004. Telefoon: +33 1 42 72 87 82. 

# Boeuf sur le toit, 34 Rue du Colisée, 75008. Telefoon: +33 1 53 93 65 50. 

# Brasserie Balzar. 49 Rue des Écoles, 75005. Telefoon: +33 1 43 54 13 67.

# Bouillon Julien. 16 Rue du Faubourg Saint-Denis. Telefoon: +33 1 47 70 12 06. 

# Les grandes Marches.  6 Pl. de la Bastille, 75012.Telefoon: +33 1 43 42 90 32.

# La Coupole. 102 Bd du Montparnasse, 75014.Telefoon: +33 1 43 20 14 20.            

Denk er wel aan controleer openingstijden en reserveren een must!

 

ETEN EN DRINKEN

De Bouillons van Parijs                                                                               

Bron Perraudin                                                                                                                            

De grote restaurants waar je voor niet al te veel geld goed kan eten zijn afgelopen jaren ongekend populair in Parijs. Wat zijn nou die Basseries en Bouillons ? En welke zijn er nu ?  Hieronder even een update. Eerst de Bouillons en + ook de nieuwste die in 2021 en 2022 openden en dan later een update van de Brasseries in Parijs 

pastedGraphic.png

Restaurant Bouillon Racine in het 5e arr aan de Rue Racine. Dit was naast Chartier op de Boulevard Montmartre één van de originele Chartier Bouillons uit 1906.

Het ontstaan van de Brasseries en Bouillons
Eind 19e eeuw had je in Parijs al Brasseries en Bouillons. Van oorsprong waren de Brasseries eetgelegenheden naar Elzasser stijl met een eigen brouwerij en snelle maaltijden (o.a. Choucroute natuurlijk) en die vond je bijvoorbeeld in de buurt van de stations met treinen naar het Oosten, naar de Elzas. Daarnaast ontstonden er Bouillons. Ook grote eetgelegenheden maar met eenvoudige Franse gerechten. Oorspronkelijk begon het zelfs met soep voor de arbeiders bij Les Halles, Rond 1900 waren er zo’n 250 van deze Bouillons in Parijs. Maar die verdwenen uit het straatbeeld zo tussen 1920 en 1930 ( De Roaring Twenties) maar de Brasseries bleven bestaan.

Brasseries en Bouillons; eind 20ste eeuw
Het Brasserie landschap van de tweede helft van de 20ste eeuw is dat van een paar echte Elzasser Brasseries zoals Chez Jenny , Balzar en Alsace  en dan de overige Brasseries zoals  Bistrot de la Gare, Julien , Flo en  Vagenande  die wel upscale genoemd kunnen worden. Vaak zijn die gespecialiseerd in Fruits de Mer en klassieke mooie gerechten en met een Art Nouveau [Julien en Flo ] of Art Deco interieur [Coupole].  Restaurant Chartier was eigenlijk één van de weinige restaurants die het Bouillon karakter heeft behouden. Dus relatief eenvoudige maaltijden maar wel in een mooi interieur. En die formule wordt weer opgepikt. Want het eten bij een Bouillon is uitermate populair. In de stad ontstaan nieuwe Bouillons en bestaande Brasseries gooien het over een andere boeg en worden een Bouillon.

Wat zijn nu de Bouillons van Parijs

pastedGraphic_1.png

Bouillon Chartier:                                                                                     

Aan een kleine Cour in een zijstraat van de  Boulevard Haussmann is al heel lang die beroemde Bouillon Chartier gevestigd. In een Art Nouveau decor en een levendige atmosfeer eet je daar beroemde Franse [eenvoudige] klassiekers

Bouillon Pigalle

Chartier is inmiddels niet meer de enige Bouillon.  Want in 2018 werd aan de Boulevard Barbes Rochechouart de Bouillon Pigalle geopend. Met 300 zitplaatsen is deze bouillon uitermate populair en een uitgebreide kaart met klassieke / zeer betaalbare gerechten zoals Bouillon de volaille, minestrone & vermicelles – 2,90 en Bœuf bourguignon, lard fumé, coquillettes – 12,20 .

Bouillon Chartier Montparnasse                                                           

En in 2019 sloot aan de Boulevard Montparnasse de Brasserie Montparnasse 1900 en na een geslaagde renovatie van het interieur opende hier  Bouillon Chartier Montparnasse. Dus echt een dochterondernemening van de originele Chartier.

pastedGraphic_2.png

Bouillon Pigalle aan de grote Boulevard van Montmartre

Bouillon Julien    

En ook Restaurant Julien heeft sinds kort ook de formule “Bouillon” overgenomen. Maar daarmee werd het interieur volledig gerestaureerd. Alle lagen verf en andere aanpassingen die afgelopen eeuw zijn aangebracht werden verwijderd en het restaurant is zoveel mogelijk als het kon teruggebracht in de stijl zoals het oorspronkelijk was. 

pastedGraphic_3.png

Het nieuwe interieur van Julien

Bouillon Republique   39 Bd du Temple, 75003 Paris.+33 1 42 59 69 31                                                                             

Eind 2021 opende de nieuwste bouillon van Parijs. Bouillon Republique. Die is gevestigd op de plek waar lang de Elzasser Brasserie Chez Jenny zat en is in handen van dezelfde eigenaren die amper twee jaar geleden Bouillon Pigalle openden. Dus dit is ook weer een Bouillon met een 19e eeuwse atmosfeer en dus Art Nouveau en Art Deco elementen + eenvoudige Franse klassieke gerechten voor relatief weinig geld zoals Œufs mayonnaise – 2,50,Tartare de bœuf préparé, frites – 11,40 euro en Profiterole, glace au lait & chocolat chaud – 4,80 euro.

pastedGraphic_4.png

Chartier Gare de L’Est                                                                      

In 2019 openden de eigenaren van Bouillon Chartier een nieuwe Bouillon aan de Boulevard Montparnasse en in april van dit jaar een geheel nieuwe Bouillon aan het plein van Gare de L’Est. De 3e Chartier in Parijs.

Het verhaal van brasserie LIPP, die een Parijse instelling werd

Het verhaal begint in de 19e eeuw in het door Duitsland bezette Elzas-Lotharingen. Zoals zoveel van zijn landgenoten vluchtte Léonard Lipp naar Parijs. De Elzasser bezat twee vaardigheden: hij kon een goed bier van een slecht bier onderscheiden en hij kon een fabelachtige zuurkool bereiden. Dat was in die tijd genoeg om een behoorlijk inkomen te verdienen, en in 1880 opende hij zijn Bouillon/brasserie aan de Boulevard Saint-Germain 151. Uitgerust met tien tafels met marmeren blad, taps om bier te serveren, een paar zuurkoolvaten en het bord Brasserie des bords du Rhin dat voor de deur hing, promootte Lipp de burgerlijke Elzasser keuken in de modieuze hoofdstad van Frankrijk. Dit was zijn manier om wraak te nemen op de keizer voor de overgave van Napoleon in de Slag bij Sedan: Elzas-Lotharingen was als het ware terug op Frans grondgebied. Tegen de tijd dat Léonard rond de eeuwwisseling zijn etablissement verkocht, heette het Brasserie Lipp.

Nieuwe eigenaar Martin Barthélemy Hébrard ontwierp het interieur opnieuw en huurde de gebroeders Fargues, kunstenaars die gespecialiseerd waren in keramiek, in om de art-nouveau keramische panelen te maken. Na Hébrard volgden en gingen nieuwe eigenaren elkaar snel op: Pierre Mendès France en Maurice Couve de Murville (1907), Michel Debré (1912), Edgar Faure (1908), Jacyues Chaban-Delmas (1915) en François Mitterrand (1916). Tijdens de Eerste Wereldoorlog liet de vrouw van de eigenaar, Clémence, de woorden du Rhin overschilderen op het bord van het restaurant, omdat het een tijd was waarin alles wat met Germaans te maken had afgekeurd werd. Het nieuws van het front werd gedeeld onder het genot van een biertje in dit  favoriete etablissement met de vreemde naam Brasserie des bords. “Chez Lipp” is echter waar de stamgasten naartoe gingen. Na de oorlog verwelkomde Lipp zijn trouwe klantenkring weer en groeide het bedrijf enorm. Jean Cocteau, Raymond Radiguet, Max Jacob en nog veel meer beroemde mensen bezochten Lipp. De immer alerte Clémence, heersend achter de kassa, kon zich niet voorstellen dat haar toekomstige klantenkring ooit zou lezen als een Who’s Who van de rijken, beroemdheden en machtigen.

In juli 1920 had Lipp het drukker dan ooit toen een jonge Marcellin Cazes en zijn vrouw Clémence, geboren in de regio Auvergne, het restaurant overnamen met zijn decoratieve handbeschilderde tegels en alle zes tafels. Ondanks Marcellins gebrek aan ervaring in het runnen van een restaurant, een succesvol restaurant, vertrouwde hij op zijn instinct. Hij realiseerde zich niet dat zijn zuurkool ‘betrouwbaar’ moest zijn. Voor hem was het genoeg dat het goed smaakte. Al snel leidde de groeiende populariteit van het restaurant tot ingrijpende renovaties: er werd een tweede, grotere eetzaal toegevoegd, prachtig ontworpen door architect Joseph Madeline en de oorspronkelijke ruimte werd gerenoveerd en gemoderniseerd. De originele tegels van Fargues werden intact gehouden en aangevuld met extra keramiek, spiegels, verlichting en een beschilderd plafond in Veronese-stijl. De spiegels – lichtjes gekanteld – gaven klanten die naar de muur keken zicht op de actie achter hen en de lichten creëerden zo’n warme en gastvrije sfeer dat Marcellin beloofde nooit iets aan het decor te veranderen!!!

Het succes verhaal gaat verder…                                                                   

Trouw aan de traditie

Marcellins zoon Roger, een 12-jarige student toen het onlangs gerenoveerde en uitgebreide restaurant heropende, en naar een van de meest prestigieuze scholen in de stad ging, zou de integriteit van de instelling behouden die zijn vader hem had nagelaten. Noem de naam Lipp en beroemde schrijvers als Proust, Camus en Sartre komen in je op. Ook politici waren frequente gasten. Lipp zorgde in feite voor een klantenkring die in drie verschillende categorieën viel: de lunch was voor de lokale professionals en zakenmensen die op een rustige, serieuze plek wilden dineren (“sérieux” was een woord dat Marcellin Cazes vaak gebruikte); de vroege avond was voor schrijvers, boekverkopers, uitgevers, magistraten, ambtenaren, doktoren en kunstenaars die wilden ontspannen met een drankje of twee en een goed gesprek wilden hebben; de latere avonduren waren voor “Tout Paris.”

Brasserie Lipp viert dit jaar haar 143e jaardag en is sinds 1990 een iconisch onderdeel van de restaurant-scene. Lipp, doordrenkt van traditie en geschiedenis, blijft trouw aan zijn roots en blijft eenvoudig, stevig eten en warme gastvrijheid serveren. Veel van zijn trouwe stamgasten zijn overleden en er zijn nieuwe bijgekomen. Net als Michel Perrochon, die het roer overnam na het overlijden van zijn oom Roger Cazes in 1987.

Bron: Chez Lipp: Fidèle à la tradition

Hulst, holly, Collier du Chien

Zeer gewaardeerde klanten, Sobat-Sobat en lieve vrienden,

Hulst Choker, ca. 1897-1900.

 

 

Hier ziet u het collier in zijn volle glorie. Opmerkelijk is de fantastische kleur van de gesneden koraal bollen. Hier ziet u heel duidelijk de schitterende, zacht tegen het oranje aan van het zogenaamde elfenkoraal. Deze foto heeft Albert zelf genomen in Lalique Museum, Wingen-sur-Moder , Frankrijk 

Goud, email en koraal, 5,3 x 36,4 cm; Musée Lalique, Wingen-sur-Moder: in bruikleen van Shai Bandmann en Ronald Ooi.

 

Het “Collier du chien” is een schitterend stukje vakmanschap van goud, emaille en 42 bolletjes gesneden bloedkoraal van een schitterende zacht licht oranje “elfen” kleur koraal. Een kleur die omstreeks 1900 gold als de ultieme kleur van Bloedkoraal. René Lalique heeft circa 3 jaar aan deze choker gewerkt in de periode 1897-1900.

 

Hier ziet men de schitterende zachte kleur tegen oranje aan. Deze “elfen” keur was omstreeks 1900 de ultieme kleur voor bloedkoraal en destijds al zeer zeldzaam en gewild maar zeldzaam.

Hulst

Hulst wordt geassocieerd met de kerstperiode. In het verleden versierden de Romeinen hun huizen met hulst in de winter. Men geloofde dat hulst bescherming bood tegen kwade geesten, demonen en heksen. Hulst werd aangezien als goddelijk omdat de meeste variëteiten wintergroen blijven. Ook staat hulst symbool voor moederschap en huiselijk geluk (liefde, begrip en vertrouwen).

Wij nemen aan dat dat het uitgangspunt is geweest van René Lalique voor zijn “collier du chien” wat hij zeker voor zijn tweede vrouw Alice Ledru heeft gemaakt, waarmee hij vanaf 1890 zijn leven zou delen en waarmee hij in1892 een dochter kreeg genaamd Suzanne. In 1900 kregen zij nog een zoon Marc. Wat een toepasselijk cadeau voor de moeder van zijn kinderen in het geboortejaar van hun zoon.

Het “Collier du chien” is een schitterend stukje vakmanschap van goud, emaille en 42 bolletjes gesneden bloedkoraal. René Lalique heeft circa 3 jaar aan deze choker gewerkt in de periode 1897-1900. Als we de tijdslimiet nemen van rond 1900 begrijpt u dat het een opgave moet zijn geweest om in die tijd 42 bloedkoralen bolletjes te vinden met een zelfde ongeëvenaarde zacht oranje kleur en van een topkwaliteit die zijn weerga niet kent. Het moet een zware opgave zijn geweest om deze uit de middellandse zee geoogste bloedkoralen bollen naar Parijs te krijgen om ze zo te kunnen verwerken in dit “collier du chien”. Rode koralen groeien op een rotsachtige zeebodem met een lage sedimentatie, meestal in donkere omgevingen – hetzij in de diepte of in donkere grotten en kloven. De oorspronkelijke soorten, wordt C. rubrum (voorheen Gorgonia nobilis ), voornamelijk te vinden in de Middellandse Zee . Het groeit op een diepte 10 tot 300 meter onder de zeespiegel, hoewel de ondiepere van deze habitats grotendeels zijn uitgeput door oogsten In de onderwatergrotten van Alghero , Sardinië (de ” Riviera del Corallo”) het groeit op een diepte van -4 tot -35 meter.

René Lalique

René Jules Lalique (Aÿ, 6 april 1860 — Parijs, 1 mei 1945) 

Hij werd in Aÿ in de champagne streek een klein dorpje onder Reims geboren op 6 april in het noord oosten van Frankrijk. Hij groeide op in Parijs maar bracht als kind zijn vakanties door in Aÿ bij zijn grootouders van moeders kant. Hij erfde later hun huis en hield dit in zijn bezit tot aan zijn dood. Hij brengt een groot deel van zijn jeugd door in deze groene regio en trekt onder het toeziend oog van zijn grootvader regelmatig deze groene natuur in en daar ontwikkelt hij zijn liefde voor de zogenaamde “kleine natuur”  zoals vogels, insecten, bloemen, slangen en planten.                                                                                                                                                                                                          Op zestienjarige leeftijd ging Lalique in de leer bij de Parijse juwelier Louis Aucoc. daar leert hij de beginselen en basis technieken van het edelsmid vak. Daarna studeerde hij tussen 1878 en 1880 aan het Sydenham Art College in Londen in het Crystal Palace. Na zijn terugkeer in Frankrijk werkte hij voor onder andere Aucoc, Cartier en Boucheron. In 1882 werd hij freelance ontwerper voor verschillende huizen en vier jaar later opende hij zijn eigen bedrijf.                                        

In 1890 gold Lalique als een van de belangrijkste juwelenontwerpers van de Franse Art Nouveau. Hij maakte innovatieve ontwerpen voor de Parijse winkel van Samuel Bing: La Maison de l’Art Nouveau. In 1900 nam Lalique deel aan de Wereldtentoonsteling in Parijs. Flora, fauna en de vrouwelijke vormen zijn de grote inspiratiebronnen van de Art Nouveau. Lalique maakte sieraden die qua vorm zijn gebaseerd op onder meer pauwen. libellen, bloemen en slangen. Hij gebruikte daarbij materialen die tot op dat moment ongebruikelijk waren in de haute joaillerie: glas, emaille, leer, hoorn en schelpen. Lalique koos voor bepaalde stenen op grond van kleur, luciditeit, glans en vorm, en niet noodzakelijkerwijs op exclusiviteit of kostbaarheid. Daarmee brak hij met de tot dat moment gangbare traditie van het historisme en de voorliefde voor kostbaarheid. Lalique stelde in tegenstelling tot zijn voorgangers en tijdgenoten het ontwerp op de eerste plaats. Zijn getekende ontwerpen werden uitgevoerd door een groep ciseleurs, emailleurs en beeldhouwers die hij rekruteerde. René Lalique (1860-1945) wordt ook wel de Da Vinci van de juwelen- en glaskunst genoemd en is een van de belangrijkste ontwerpers in de tijdperken van de art nouveau en art deco. Hij vestigt zijn naam als edelsmid  in Parijs, waar hij opzien baart met zijn zeer gedetailleerde sieraden. Daarbij past hij tot dan toe ongebruikelijke materialen toe, zoals glas. Lalique verkoos esthetiek boven grondstofwaarde. Niettemin waren zijn sieraden destijds al kostbaar en behoren zij inmiddels tot de kostbaarste ter wereld. Later in zijn carrière verlegt Lalique de aandacht volledig naar de glaskunst. Hij zorgt voor een revolutie in de parfumindustrie met zijn ontwerpen voor parfumflacons. Het oeuvre van Lalique omvat talloze ontwerpen voor onder andere schalen, vazen, lampen, tafelstukken en zelfs interieurs. Zijn werk is zeer gedetailleerd en vervuld van symboliek. Hij was een Frans edelsmid en glaskunstenaar wiens werk tot de art nouveau en art deco wordt gerekend. Veel van zijn juwelen maakte hij in opdracht voor bijvoorbeeld de beroemde actrice Sarah Bernhardt en zijn belangrijkste opdrachtgever Calouste Gulbenkian, een Brits/Armeens zakenman. Een flink aantal juwelen die René Lalique maakte voor Gulbenkian is te bewonderen in het Gulbenkian Museum in Lissabon (Portugal).

Hier een aantal bijzondere foto’s van Lalique’s creaties, enkele foto’s zijn door Albert zelf genomen in het Lalique Museum – France.

 

Wat is de diepere betekenis van hulst                                                                     

In het Keltische alfabet werd de hulst tinne genoemd wat vuur betekent. Het vuur dat licht en warmte brengt, dat we zo nodig hebben in de wintertijd. De druïden versierden hun hutten met hulst takken om de ‘sylvan spirits’ (bosgeesten) te eren. Hulst wordt geassocieerd met de kerstperiode. In het verleden versierden de Romeinen hun huizen met hulst in de winter.

     

Men geloofde dat hulst bescherming bood tegen kwade geesten, demonen en heksen. Hulst werd aangezien als goddelijk omdat de meeste variëteiten wintergroen blijven. Hulst is een symbolische plant vanwege zijn altijd groene verschijning. Volgens oud bijgeloof zou hulst bescherming bieden tegen blikseminslag en tegen vijandige machten zoals demonen en heksen. Volgens een oude christelijke legende ontkiemde een hulst onder de voetstappen van Jezus. Zijn stekel vormige bladeren (de doornenkroon) en de oranjerode bessen (bloed) voorspelden het lijden van Jezus. Ook staat hulst symbool voor moederschap en huiselijk geluk (liefde, begrip en vertrouwen).

Hulst, een heidense en heilige plant?

Hulst, niet direct de meest gebruikte medicinale plant, maar wel een plant met een mysterieus verleden, die bij onze donkere, mystieke wintertijd hoort. Niet verwonderlijk als je ziet hoe die groenblijvende boom ook in December blijft glimmen. Hulst werd om dezelfde reden als de maretak als een heilige plant beschouwd:

Hij blijft altijd groen en lijkt onaantastbaar voor de tijd en de wisseling der seizoenen; hij is een symbool van het leven te midden van de schijndood van de winter. Vandaar de plaats die hij innam bij de midwintergebruiken en de beschermende krachten die hij zou bezitten.Veel daarvan is nog altijd terug te vinden in onze eigen gebruiken tijdens de kerst- en nieuwjaarstijd.

De beschermende werking van Ilex gaat ver in de geschiedenis terug. De Romein Plinius de Oudere adviseerde reeds in zijn ‘Historia naturalis’ om een hulst in de buurt van je huis te planten om bliksem en hekserij op afstand te houden. Maar ook bloeddorstige dieren konden er mee bestreden worden. Ook zou een takje hulst in je broekzak geluk brengen, al wil ik dat toch wel betwijfelen. Een vlijmscherp hulstblaadje in een mannenbroekzak lijkt mij niet de meest prettige ervaring.

Enige mythologische betekenis had de hulst bij de Kelten. De druïden versierden hun huizen met hulst takken om de ‘sylvan spirits’ , een soort bosgeesten te eren. In het Keltische alfabet werd de hulst ‘tinne’ genoemd wat ‘vuur’ betekent. Het vuur, dat licht en warmte brengt, wat we zo nodig hebben in deze wintertijd.

Ook staat hulst symbool voor moederschap en huiselijk geluk (liefde, begrip en vertrouwen).

In Groot-Brittannië geloofden de mensen dat alleen rond kerst groen in huis geluk bracht, maar het verse groen mocht niet langer dan tot de Twaalfde Nacht (Driekoningen) in huis gehouden worden, anders bracht het ongeluk of dood. Om geen ellende te krijgen moest het kerstgroen dan ook verbrand worden op driekoningenavond. Is het daarom dat we nu ook nog de kerstbomen verbranden?

Bij het gebruik op kerkhoven staat hulst voor eeuwigheid en rouw.

Hulst wordt al eeuwen bij verschillende culturen gebruikt bij de midwinterfeesten. Het staat dan symbool voor bescherming en de komst van de nieuwe lente.                                                                                                                De jonge bladeren kunnen in juni worden geplukt en gedroogd.
Thee die hiervan wordt getrokken werkt koortsverlagend en urinedrijvend.

Hulst is de nationale struik van Denemarken.

Albert

Selamat datang! Welkom! 

Graag willen wij onze vriend/sobat Paul Sebo aan u voorstellen. Wij hebben hem leren kennen in 1993 en zijn verschillende keren met hem als chauffeur door Java en Bali gereden: wij kennen geen betere chauffeur.

Een onbezorgde tour door Java en Bali met uw eigen ervaren Nederlandssprekende privéchauffeur Paul Sebo?

Javabalirondreis.nl arrangeert, samen met u, een onvergetelijke reis van A tot Z.

Uw eigen privéchauffeur

Ik woon samen met mijn gezin in Oost-Java en heb familie in Nederland. Oorspronkelijk werd er thuis Nederlands en Indonesisch gesproken waardoor ik mezelf de Nederlandse spreektaal aan heb kunnen leren.

Nederlands-sprekend

Geen moeilijke communicatie op vakantie maar alles gewoon fijn in het Nederlands!

De mooiste routes & highlights

Van Jakarta naar Denpasar, geen probleem. Onderweg rijdt u langs de meest interessante highlights en de mooiste routes op zowel Java als Bali.

Meer dan 25 jaar ervaring

Met de jarenlange Java/Bali routine, ruime kennis van regionale wegen en leefstijlen van de lokale bevolking ervaart u een onvergetelijke vakantie.

    

Wilt u meer weten? Hier de site waar alles op vermeld staat: www.javabalirondreis.nl    

Goede Reis! Selamat Jalan!

 

Deze bijzondere Ibu willen wij graag een podium geven op onze site …

Weesmoeder Nel: ‘Een opleiding geeft ze een kans op een betere toekomst’

Voor de Haags-Indische Nel de Borst (73) is het niet altijd vanzelfsprekend geweest om een weeshuis te runnen. Toch zet zij zich nu met hart en ziel in voor weeshuis Pa van der Steur in Indonesië. En dat doet ze vanuit Den Haag.

Den Haag is van oudsher in trek bij Indische Nederlanders, wat onze stad een duidelijk Indonesisch tintje geeft. Nel is een van de grofweg 200.000 Indo’s die na 1945 naar Nederland vertrokken. Inmiddels runt zij, deels vanuit Den Haag, een tehuis voor ouderloze kinderen in Jakarta. “Zij krijgen van ons een opleiding en een thuis, zodat zij later goed kunnen deelnemen aan de maatschappij.”

 

Gezelligheid

Sinds haar pensioen is Nel een groot deel van het jaar in het weeshuis. “Wat ik vooral kan meegeven aan de kinderen, is de Nederlandse gezelligheid. Iets wat ze daar minder goed kennen.”

Maar een veel belangrijkere taak die zij vervult, is de aandacht voor een opleiding en de ontwikkeling van de kinderen. Op het terrein is een kleuter-, lagere- en middelbare school waar zelfs leerlingen uit de omgevingen onderwijs volgen. “Mijn vader richtte de scholen op en ik zet zijn werk voort voor de nieuwe generatie Steurtjes.”

Nel groeide op in de buurt van het weeshuis van Pa van der Steur waar haar ouders de scepter zwaaiden. In de jaren 70 vertrok zij naar Nederland en Den Haag was dé plek waar zij zou gaan wonen. Hier ontmoette zij ook haar man Piet de Borst (ook wel bekend als de Haagse lampenkoning). Hij bleek een bekende Haagse ondernemer die veel vooraanstaande mensen in zijn lampenwinkel begroette.

‘Indonesië mijn moederland, Den Haag mijn stad’

Nel heeft steun van een groot netwerk en de weeskinderen kennen zelfs een paar BH’ers (bekende Hagenaars). Zij vertelt dat zij vorig jaar Rutte ontmoette in Indonesië. “Toen ik de kinderen hierover vertelde en later de moeder van de premier overleed, moest ik van hen aan hem doorgeven: ‘ook al is je moeder dood, zij nog steeds over je waakt’. En als hij naar het weeshuis zou komen, zouden zij nasi goreng (het gerecht dat zijn moeder ook altijd maakte, red.) voor hem maken om hem te troosten.”

Weeshuis

Het weeshuis van Johannes van der Steur, die ook wel ‘Pa’ werd genoemd, bestaat al sinds 1892. In Nederland richt de Vereniging Vrienden Pa van der Steur zich op het voortbestaan van het weeshuis.

Je hoeft geen lid te zijn van de vereniging om te helpen. Mocht je bijvoorbeeld een keer in Jakarta zijn dan kun je zelf een kijkje nemen in het weeshuis, waar veertig kinderen je warm zullen onthalen (gegarandeerd met een heerlijk bord nasi goreng 😉).  Dit filmpje geeft alvast een indruk.

Als je het weeshuis wilt steunen, giften en donaties zijn natuurlijk van harte welkom. Bekijkt u ook de site van het weeshuis: www.weeshuispavandersteur.nl Hiermee help je mee aan een betere toekomst voor de weeskinderen van Nel.

 

Bron: In de buurt / Jennifer Shahheidari

Marieke en Jan nemen u graag mee in het avontuur op zoek naar een mooie nieuwe uitdaging! 

“Wij gaan na bijna  30 jaar Restaurant Jean Marie in Gouda te hebben gerund, gaan wij opnieuw in Zuid-Frankrijk beginnen met het runnen van een culinaire chambre d’hotes & Gîte! Op deze website kunt u ontdekken wat onze plannen en dromen zijn”.

Veel lees plezier!

Marieke & Jan

Schermafbeelding%202020-08-19%20om%2013.28_edited.jpg
IMG_8895 overzicht.jpg

https://www.marie-jean.fr

Wij willen u graag op de hoogte houden en bijgaand treft u een bijzonder mooi geschreven artikel uit de krant Den Haag Centraal van afgelopen week.
Met dank aan de heer Herman Jansen van Den Haag Centraal en Ed Geels van Ed Geels Fotografie.
Wij zijn er trots op en wij wensen u veel leesplezier!
JUWELIERS MET ’N HART VAN GOUD
‘Diamonds are a girl’s best friend’. Maar vlak ook horloges niet uit, daar zijn mannen weer gek op. ‘Albert ten Cate’ gaat dus nog graag even door, maar nu in het Statenkwartier.
Door Herman Jansen 01-10-2020
Bling.
‘Albert ten Cate’ van Loosduinen naar Statenkwartier
Aan het Loosduinse Hoofdplein stond bijna 36 jaar lang een juwelierszaak met later gewoon de voordeur open en op de mat geen waakhonden maar twee aaibare whippets. Klanten kwamen van heinde en verre, ook voor een gezellig praatje, zorghulp (ook ná het werk), advies of een nieuwe anekdote van de eigenaren Albert ten Cate en Axel ten Cate-Hublart. “We waren een soort bruine kroeg waar we tussendoor ook sieraden verkochten,” grapt Albert. Maar ‘Loosduinen’ ging deze zomer dicht en op 15 september opende het tweetal een nieuwe winkel, ‘de groenste van het Statenkwartier’, in de Aert van der Goesstraat, de gezellige entree naar de Frederik Hendriklaan.
De nieuwe zaak is behalve lichter en moderner (‘Boutique 2.0’) veel groter dan de vorige, dus de voordeur staat niet zomaar meer open. De gevel is duidelijk: ‘Albert ten Cate – Juwelier – Diamantair Since 1837’. De huidige Albert is naar eigen zeggen pas ‘vijftigplus’, net als zijn ‘goede helft’ Axel. Vijftigplus is een handige leeftijd: dat blijf je je leven lang, dus geen vragen meer, en het garandeert ervaring, wijsheid en vakmanschap. “Het is eigenlijk een schande dat mensen die willen werken van de overheid met pensioen moeten gaan,” zegt Albert. Hij is een juwelier met een hart van goud, maar heeft ook het hart op de tong, vooral als het om onrecht gaat. “Ik kom uit een Joods gezin waar hard werd gewerkt én veel werd gefeest, maar de volgende dag was er niets meer. Mijn moeder had na de oorlog alleen nog vier nichtjes over. Later heeft Axel op bepaalde websites in totaal 104 familieleden van mij teruggevonden.”
The Godfather
Op hun eigen website lees je veel over de ontstaansgeschiedenis, die zo begon: ‘The Godfather – Emanuel Hamburger – werd geboren in 1837. Hij kreeg tien kinderen, onder wie de grootmoeder van Albert. Via de dochter van zijn grootmoeder, Betty Sluizer, heeft Albert zijn diamant-gen geërfd.’ Opleidingen en ervaring in binnen- en buitenland maakten van Albert ten Cate een deskundige diamantair. Maar na vijftien jaar voor anderen te hebben gewerkt wilde hij een eigen zaak. “En in die tijd kwam er veel nieuwbouw in Loosduinen,” legt Axel Alberts keus voor die eerste locatie uit, terwijl de oprichter zelf elders in de winkel alweer gezellig uitleg geeft aan een bevriende bezoekster. Axel is al 25 jaar betrokken bij de winkel waar alles kan, van horlogebatterijen vervangen tot en met het vervaardigen van tiara’s. Bekende eigen ontwerpen van Albert zijn onder meer een witgouden strikbroche, bezet met topbriljanten, en de Residentie Ring Den Haag, ontstaan uit een speels ontwerp in samenwerking met Gaby Ladhoff.
‘We waren een soort bruine kroeg waar we tussendoor ook sieraden verkochten’
Droom
Maar Albert en Axel begonnen jaren geleden te dromen van een upgrading van de winkel en de collectie juwelen en horloges, iets wat in Loosduinen, waar veel vertrouwde zaken inmiddels zijn verdwenen, niet te verwezenlijken was. Het wachten was op een grotere, eveneens huiskamerachtige winkel, bij voorkeur in de Aert van der Goesstraat. Midden in coronatijd viel alles op z’n plaats. Axel: “We hebben hier alles zelf ontworpen en naar onze eigen smaak gerealiseerd!” Beide mannen hielpen ook met sjouwen en hun open en gewone omgang met de mensen heeft ook al indruk gemaakt op veel andere ondernemers in de straat. Of zoals ze zelf benadrukken: “We blijven altijd hetzelfde: little crazy, serieus, vakidioten, maar vooral: be welcome!”
Tot slot: wat is de nieuwe trend? “We gaan meer naar geel goud en het verfijnde goud, en naar de kleur groen, malachiet van bijvoorbeeld Ti Sento Milano. En naar oorbellen met hangers, van Heide Heinzendorff. Op het gebied van klokjes bijvoorbeeld de Jaguar Hybrid, smartwatches met het uiterlijk van een analoge klok.” Inmiddels noemen de twee zich de drie A’s: ‘Albert, Axel & Aert van der Goesstraat. En de honden hebben nu een juweel van een tuin.
Albert ten Cate, open dinsdag t/m zaterdag 10.00-18.00 uur, maandag en laatste zondag van de maand 13.00-18.00 uur, Aert van der Goesstraat 15.

Portrait of Adele Bloch-Bauer I: An Odyssey Through Nazi Germany

Gustav Klimt’s Portrait of Adele Bloch-Bauer I fame comes not only from its position as the epitome of his Gold Period but from it’s complicated history spanning almost the entirety of the twentieth century. In this article, Singulart discusses Klimt’s masterpiece and its history.

Who was Gustav Klimt? 

Gustav Klimt (1862-1918) was an Austrian artist and the leader of the Vienna Secession movement, whose work would come to define the Art Nouveau movement. Born in 1862 in Baumgarten, Austria, Klimt was the son of a gold and silver engraver. Following his father’s artistic influence, he began studying at Vienna’s School of Applied Arts at the age of 14 where he took a range of subjects including fresco painting and mosaics.

During his studies he spent a lot of time copying the works of Old Masters in Vienna’s museums. He also sold portraits with his brother and worked for an ear specialist making technical drawings, all of which helped Klimt develop a mastery for depicting the human form.

              

After completing his studies he opened his own studio in 1883, specializing in mural paintings.

His early work was classical, in keeping with 19th century academic painting, as is exemplified by his murals for the Vienna Burgtheater (1888), for which he was awarded the Golden Order of Merit by the Emperor Franz Josef.

In the early 1900’s he took his interest in the human form, more specifically the female form, further in a series of erotic drawings of women. From here, Klimt shed the classical pretenses for depicting the human form with propriety and began to explore themes of human desire, dreams and mortality through richly symbolic compositions which would come to define his style.

Despite the enduring influence of the city’s traditional government and artistic establishment, Vienna at this time was a hub of bohemian artistic activity, and Klimt’s works fit in perfectly with the experiments other avant-garde cultural figures such as Otto Wagner, Gustav Mahler and Sigmund Freud.

He continued his rebellious experimentation with his commissioned mural for the Kunsthistorisches Museum, where he represented the history of art from Egypt to the Renaissance through human female figures, rejecting any historical or allegorical pretext that would have deemed such portrayals acceptable by the establishment.

This mural also marked the beginning of Klimt’s “femme fatales”, depictions of expressive, seductive women.

In 1897, along with other members of Vienna’s Avant-Garde, Klimt founded and became the leader of a radical group called The Vienna Secession.

   

His work became increasingly concerned with psychology and sexuality and women appear as his repeated favourite subject matter. A trip to Ravenna in Italy, where he encountered Byzantine art, led to his famous Gold Period. Klimt died at the age of 55 and despite having mentored artists such as Egon Schiele and Oskar Kokoschka his legacy was somewhat overlooked until much later in the twentieth century.

The story behind Portrait of Adele Bloch-Bauer I

Adele Bloch-Bauer (1881-1925) came from a wealthy Viennese Jewish family, her father was the director of the largest bank in Austria-Hungary as well as the general director of Oriental Railroads. In 1899 her parents arranged her marriage to Ferdinand Bloch, a banker and sugar manufacturer. At the time she was 18 and he was 35 and they both changed their names to Bloch-Bauer and never had children. Adele was renowned for her salons, where she invited intellectuals and creatives into their home and it was in the late 1890’s that she met Gustav Klimt.

Gustav Klimt, Portrait of Adele Bloch-Bauer I, 1903-1907

Ferdinand Bloch-Bauer commissioned Klimt to paint his wife’s portrait in 1903 with the intention of gifting it to her parents as an anniversary present. Portrait of Adele Bloch-Bauer I became one of Klimt’s most elaborately prepared paintings. He made over a hundred sketches and in 1903 he studied the Byzantine gold mosaics in the Basilica of San Vitale in Ravenna which had a huge influence on his gold period and on the Portrait of Adele Bloch-Bauer I, which is considered to be the epitome of this period.

 

  

Klimt developed an elaborate technique in the making of the Portrait of Adele Bloch-Bauer I, with only her face and hands painted in oil, the rest of the 138 x 138 cm canvas is covered in gold and silver leaf onto which Klimt used Gesso to apply decorative motifs in bas-relief.

The final work, completed in 1907, depicts Adele Bloch-Bauer on a golden chair in front of a detailed, patterned gold background. She is dressed in a fitted gold dress, decorated in delicate geometric forms in blue, black and silver to contrast against the predominant gold. The dress merges into the background in places, so that Adele’s face and hands stand out in stark contrast against the flow of gold.

The overall effect of this portrait has been described as sensual and an embodiment of femininity. Within the details of the composition and the multitude of patterns and forms can be identified many symbols and influences ranging from the Byzantine to Greece. Portrait of Adele Bloch-Bauer I has also been described as presenting Adele more in the style of a religious icon than a secular portrait.

From Austria to America

In addition to exemplifying Klimt’s Gold Period, Portrait of Adele Bloch-Bauer I is also renowned for its tumultuous history. In her will, Adele stated her desire for Ferdinand to leave all the artworks by Klimt in their collection to the Austrian State Gallery in Vienna after his death. After the painting’s completion in 1907 it hung in the Bloch-Bauer’s home and after Adele’s death, Ferdinand hung the painting in Adele’s bedroom in homage to her. Over the next few years, the painting was lent for exhibition across Europe and in 1937 it was displayed at the Paris Exhibition.

In 1938, Ferdinand fled from Austria to his Czechoslovakian castle after the invasion of the Nazi’s and from here he fled to Paris before settling in Switzerland, having left the vast majority of his fortune behind in Austria. The Nazi Regime falsely accused him of tax evasion as an excuse to seize as much of his property as they desired. The Nazis divided and sold off much of the Bloch-Bauer art collection and the Portrait of Adele Bloch-Bauer I ended up in the Galerie Belvedere. In 1945, the year of his death, Ferdinand rewrote his will in which he left his entire estate to his nieces and nephews, although he made no reference to the Portrait of Adele Bloch-Bauer I, which he assumed was lost forever.

In 1946, despite the Annulment Act which voided Nazi transactions, and the efforts of the lawyer hired by the family, Dr. Gustav Vinesh, the Bloch-Bauer’s were forced to relinquish most of their art collection, including Portrait of Adele Bloch-Bauer I, to the Austrain State, supposedly on the basis of Adele’s will.

In 1998, after the Austrian government introduced the Art Restitution Act which aimed to re-examine the art stolen by the Nazis, the investigative journalist, Hubertus Czernin, published a report claiming a ‘double crime’ had been committed with regards to the Portrait of Adele Bloch-Bauer I: firstly the theft by the Nazi’s and secondly the Austrian Government’s refusal to return the painting to the family.

  

This led to Adele and Ferdinand’s niece and heir, Maria Altman filing a claim with the restitution committee to recover six paintings, including Portrait of Adele Bloch-Bauer I, which was refused again on the grounds of Adele’s will.

Consequently, Altmann sued the Austrian Government and the Belvedere Gallery in the US Court and eventually won, with the Supreme Court ruling that the paintings had been stolen, in 2004. In 2006, Altmann sold the Portrait of Adele Bloch-Bauer I to Ronald Lauder for $135 million, at the time the highest price paid for a painting, and it remains on display in his gallery, the Neue Gallery in New York …

Het portret van Gustav Klimt van Adele Bloch-Bauer I:

An Odyssey Through Nazi Germany …

The Lady in Gold or The Woman in Gold.

Haar roem komt niet alleen voort uit zijn positie als het toonbeeld van zijn gouden periode, maar ook uit de gecompliceerde geschiedenis die bijna de hele twintigste eeuw beslaat. In dit artikel  wordt de geschiedenis van het meesterwerk niet alleen besproken maar ook de geschiedenis van de meester zelf Gustav Klimt.

Wie was Gustav Klimt?

Gustav Klimt (1862-1918) was een Oostenrijkse kunstenaar en de leider van de Weense Secession beweging, wiens werk de art nouveau-beweging zou gaan definiëren. Geboren in 1862 in Baumgarten, Oostenrijk, Klimt was de zoon van een goud en zilver graveur.

Na de artistieke invloed van zijn vader begon hij op 14 jarige leeftijd te studeren aan de Weense School voor Toegepaste Kunst, waar hij verschillende richtingen volgde, waaronder Fresco’s en Mozaïeken terug te vinden in vele schilderingen in het trappenhuis (1890) van het Kunsthistorisches Museum in Wenen.

 

Studie tijd.

Tijdens zijn studie bracht hij veel tijd door met het kopiëren van de werken van oude meesters in de musea van Wenen.

Hij verkocht ook portretten met zijn broer en werkte voor een oorspecialist om technische tekeningen te maken, wat Klimt allemaal hielp om de beheersing te ontwikkelen voor het weergeven van de menselijke vorm.

Na afronding van zijn studie opende hij in 1883 zijn eigen atelier, gespecialiseerd in muurschilderingen. Zijn vroege werk was klassiek, in overeenstemming met de 19e-eeuwse academische schilderkunst, zoals wordt geïllustreerd door zijn muurschilderingen voor het Weense Burgtheater (1888), waarvoor hij door keizer Franz Josef de Gouden Orde van Verdienste ontving.

De menselijke vorm.

Begin jaren 1900 interesseerde hij zich voor de menselijke vorm, specifiek de vrouwelijke vorm, verder in een reeks erotische tekeningen van de vrouw. Vanaf hier verliet Klimt de klassieke pretenties om de menselijke vorm correct weer te geven en begon hij thema’s van menselijk verlangen, dromen en sterfelijkheid te verkennen door middel van rijk symbolische composities die zijn stijl zouden gaan definiëren.

Ondanks de blijvende invloed van de traditionele regering en het artistieke establishment van de stad, was Wenen in deze tijd een centrum van bohemien artistieke activiteit, en de werken van Klimt pasten perfect bij de experimenten van andere avant-gardistische culturele figuren zoals Otto Wagner, Gustav Mahler en Sigmund Freud.

Kunsthistorisch Museum

Hij zette zijn rebelse experimenten voort met zijn in opdracht vervaardigde muurschildering voor het Kunsthistorisch Museum, waar hij de geschiedenis van de kunst van Egypte tot de Renaissance vertegenwoordigde door menselijke vrouwenfiguren, waarbij hij elk historisch of allegorisch voorwendsel verwierp dat dergelijke afbeeldingen acceptabel zou hebben gemaakt voor het establishment.

Deze muurschildering markeerde ook het begin van Klimt’s “femme fatales”, afbeeldingen van expressieve, verleidelijke vrouwen.

Oprichting van The Vienna Secession.

In 1897 richtte Klimt, samen met andere leden van de Avant-Garde van Wenen, een radicale groep genaamd The Vienna Secession, waarvan hij de bezielende leider werd. Zijn werk raakte steeds meer vervuld met psychologie en seksualiteit van vrouwen en verschijnen herhaaldelijk als zijn favoriete onderwerp. Een reis naar Ravenna in Italië, waar hij Byzantijnse kunst ontmoette, leidde tot zijn beroemde Gouden Periode. Klimt stierf op 55-jarige leeftijd en ondanks het feit dat hij kunstenaars als Egon Schiele en Oskar Kokoschka begeleidde, werd zijn nalatenschap over het hoofd gezien en pas veel later in de twintigste eeuw op waarde geschat.

Het verhaal achter “Portrait of Adele Bloch-Bauer” I

Adele Bloch-Bauer (1881-1925) kwam uit een rijke Weense joodse familie, haar vader was de directeur van de grootste bank in Oostenrijk-Hongarije en de algemeen directeur van de oosterse orient spoorwegen. In 1899 regelden haar ouders haar huwelijk met Ferdinand Bloch, een bankier en suikerfabrikant.

Op dat moment was ze 18 en hij was 35 en ze veranderden allebei hun naam in Bloch-Bauer en kregen nooit kinderen. Adele stond bekend om haar salons, waar ze intellectuelen en artiesten bij hen thuis uitnodigde en het was eind 1890 dat ze Gustav Klimt ontmoette.

SCHILDERIJ

Gustav Klimt, Portrait of Adele Bloch-Bauer I, 1903-1907

Ferdinand Bloch-Bauer gaf Klimt de opdracht om in 1903 het portret van zijn vrouw te schilderen met de bedoeling het als jubileumgeschenk aan haar ouders te schenken.

 

Portret van Adele Bloch-Bauer I werd een van Klimt’s meest uitvoerig voorbereide schilderijen. Hij maakte meer dan honderd schetsen en in 1903 bestudeerde hij de Byzantijnse goudmozaïeken in de basiliek van San Vitale in Ravenna, die een grote invloed hebben gehad op zijn goudperiode en op het portret van Adele Bloch-Bauer I, dat wordt beschouwd als de belichaming van van deze periode.

Bladgoud en goud fijnstof techniek met Gesso.

Klimt ontwikkelde een uitgebreide techniek bij het maken van het portret van Adele Bloch-Bauer I, met alleen haar gezicht en handen in olieverf geschilderd, de rest van het 138 x 138 cm canvas is bedekt met bladgoud en goud fijnstof  (wat uit het atelier van zijn vader kwam) en bladzilver waarop Klimt Gesso, een kalk soort, gebruikte om decoratieve motieven te kunnen toepassen in bas-reliëf.

Adele Bloch-Bauer geportretteerd

Het laatste werk, voltooid in 1907, toont Adele Bloch-Bauer op een gouden stoel voor een gedetailleerde, gedessineerde gouden achtergrond. Ze is gekleed in een getailleerde gouden jurk, versierd in delicate geometrische vormen in blauw, zwart en zilver als contrast met het overheersende goud.

De jurk gaat op sommige plaatsen over in de achtergrond, zodat Adele’s gezicht en handen opvallen in schril contrast met de glans van goud.

Religieus icoon.

Het algehele effect van dit portret is beschreven als sensueel en de belichaming van vrouwelijkheid.

 

Binnen de details van de compositie en de veelheid aan patronen en vormen kunnen veel symbolen en invloeden worden geïdentificeerd, variërend van het Byzantijnse tot Griekenland. Het Portret van Adele Bloch-Bauer I wordt ook beschreven dat Adele meer wordt weergegeven in de stijl van een religieus icoon dan een seculier portret.

Van Oostenrijk tot Amerika

Naast een voorbeeld van Klimt’s gouden periode, staat Portret van Adele Bloch-Bauer I ook bekend om zijn tumultueuze geschiedenis. In haar testament gaf Adele aan dat Ferdinand na zijn dood alle kunstwerken van Klimt in hun collectie aan de Oostenrijkse Staatsgalerie in Wenen wilde overlaten. Na voltooiing van het schilderij in 1907 hing het in het huis van Bloch-Bauer en na de dood van Adele hing Ferdinand het schilderij in de slaapkamer van Adele als eerbetoon aan haar. In de loop van de volgende jaren werd het schilderij uitgeleend voor tentoonstelling in heel Europa en in 1937 werd het tentoongesteld op de Parijse tentoonstelling.

De vlucht van Ferdinand Bloch.

In 1938 vluchtte Ferdinand uit Oostenrijk naar zijn Tsjechoslowaakse kasteel na de invasie van de nazi’s en van hieruit vluchtte hij naar Parijs voordat hij zich in Zwitserland vestigde, nadat hij het overgrote deel van zijn fortuin in Oostenrijk had achtergelaten.

Het Nazi-regime beschuldigde hem valselijk van belastingontduiking een “excuus” om zoveel van zijn eigendommen in beslag te nemen als ze wilden. De nazi’s verdeelden en verkochten een groot deel van de Bloch-Bauer-kunstcollectie en het portret van Adele Bloch-Bauer I belandde in de Galerie Belvedere. In 1945, het jaar van zijn dood, herschreef Ferdinand zijn testament waarin hij zijn hele landgoed aan zijn neven en nichten overliet, hoewel hij geen verwijzing maakte naar het portret van Adele Bloch-Bauer I, waarvan hij aannam dat het voor altijd verloren was.

Annuleringswet 1946.

In 1946 werden de Bloch-Bauer, ondanks de Annuleringswet die nazi-transacties vernietigde en de inspanningen van de door de familie ingehuurde advocaat, gedwongen het grootste deel van hun kunstcollectie, waaronder Portret van Adele Bloch-Bauer I, af te staan, naar de staat Oostenrijk, vermoedelijk op basis van Adele’s laatste geschreven wil.

Hubertus Czernin.

In 1998 publiceerde onderzoeksjournalist Hubertus Czernin, nadat de Oostenrijkse regering de Kunst Restitutiewet had ingevoerd die tot doel had de door de Nazi’s gestolen kunst opnieuw te onderzoeken, een rapport waarin hij beweerde dat er een ‘dubbele misdaad’ was gepleegd met betrekking tot het portret van Adele Bloch-Bauer I: ten eerste de diefstal door de nazi’s en ten tweede de weigering van de Oostenrijkse regering om het schilderij terug te geven aan de familie.

Dit leidde ertoe dat de nicht en erfgenaam van Adele en Ferdinand, Maria Altman, een claim indiende bij de restitutiecommissie om zes schilderijen terug te vorderen, waaronder het portret van Adele Bloch-Bauer I, dat opnieuw werd geweigerd op grond van de beschreven laatste wil van Adele.

Bijgevolg daagde Altmann de Oostenrijkse regering en de Belvedere Gallery voor het Amerikaanse Hof en won uiteindelijk, met de uitspraak van het Hooggerechtshof dat de schilderijen waren gestolen, in 2004.

In 2006 verkocht mevrouw Altmann het Portret van Adele Bloch-Bauer I aan Ronald Lauder voor $ 135 miljoen, destijds de hoogste prijs die voor een schilderij werd betaald, en het blijft te zien in zijn galerie, de Neue Gallery in New York.

Zij gebruikte het geld onder anderen voor schenkingen aan universiteiten en muziek instellingen.

Bron; Singulart

trailer; https://www.youtube.com/watch?v=begpze0T79g